Aangezien de kostprijzen voor personeel en brandstoffen gestegen zijn, is het aangewezen om de tarieven voor het verwijderen van de afvalstoffen te verhogen naar € 36 personeelskost per uur en € 36 per uur voor gebruik materiaal.
Artikel 170 § 4 van de grondwet.
Het decreet lokaal bestuur.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet).
Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 houdende de vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).
Het politiereglement betreffende de inzameling en de beheersing van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen.
Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een belasting vast te stellen op het weghalen, behandelen of sorteren van allerhande afvalstoffen, gestort of achtergelaten op plaatsen op een een wijze verboden door of strijdig met wettelijke of reglementaire bepalingen.
De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de eigenaar van de afvalstoffen en door de persoon die gestort of verbrand heeft.
De belasting wordt vastgesteld op:
- personeel: 36 euro per werkman per uur
- materieel: 36 euro per uur voor het gebruik van een vrachtwagen
Bij gestorte hoeveelheden van meer dan 3m³ wordt de belasting verhoogd met de totale verwerkingskost van het afval.
De belasting is eisbaar vanaf de dag van het weghalen van de afvalstoffen (contante belasting).
De belasting moet onmiddelijk betaald worden na toezending van de onkostennota. Bij niet betaling wordt de belasting een kohierbelasting.
Bij laattijdige betaling worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake rijksinkomstenbelastingen, overeenkomstig art 11 van het decreet van 30 mei 2008.
Bij weigering om mee te werken aan een fiscale controle of weigering om boeken of bescheiden voor te leggen wordt een administratieve boete van 250,00 euro opgelegegd.
Bezwaren tegen deze belasting kunnen worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van het aanslagbiljet of vanaf de datum van de contante inning.
De hoorzitting moet niet meer verplicht voor elk bezwaar georganiseerd worden, maar enkel indien de belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) er uitdrukkelijk om gevraagd heeft bij het indienen van zijn bezwaar.
De gemeente voegt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toe als bijlage bij het aanslagbiljet.
Het belastingreglement zal bekend gemaakt worden overeenkomstig artikels 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het belastingreglement van 4 april 2019 wordt opgeheven vanaf 01.01.2023.
Overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur wordt een melding verstuurd naar de toezichthoudende overheid.