Terug
Gepubliceerd op 15/06/2020

2020_GR_00028 - Gemeentebelasting: belasting op bedrijfsvestigingen, aanslagjaren 2020 tot en met 2025 - Vaststelling

Gemeenteraad
do 04/06/2020 - 20:00 raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Willy Bosmans, Marc Heselmans, Filip Wellens, Julien Gielen, Hilde Aegten, Debra Sevindik, Paul Nies, Robert Vandezande, Debbie De Bruyn, Walter Peelmans, Leopold Rutten, Liliane Tielemans, Raf Weltens, Farid Van Geldorp, Michel Moreels, Annie Walthéry, Patrick Bosmans, Stefanie Engelen, Nico Engelen, Samia Chekimi, Patrick Raeymaekers, Bart Vrancken, Erik Accou

Secretaris

Erik Accou

Voorzitter

Willy Bosmans

Stemming op het agendapunt

2020_GR_00028 - Gemeentebelasting: belasting op bedrijfsvestigingen, aanslagjaren 2020 tot en met 2025 - Vaststelling
Goedgekeurd

Aanwezig

Willy Bosmans, Marc Heselmans, Filip Wellens, Julien Gielen, Hilde Aegten, Debra Sevindik, Paul Nies, Robert Vandezande, Debbie De Bruyn, Walter Peelmans, Leopold Rutten, Liliane Tielemans, Raf Weltens, Farid Van Geldorp, Michel Moreels, Annie Walthéry, Patrick Bosmans, Stefanie Engelen, Nico Engelen, Samia Chekimi, Patrick Raeymaekers, Bart Vrancken, Erik Accou
Stemmen voor 17
Marc Heselmans, Hilde Aegten, Filip Wellens, Julien Gielen, Debra Sevindik, Paul Nies, Samia Chekimi, Patrick Raeymaekers, Robert Vandezande, Debbie De Bruyn, Walter Peelmans, Leopold Rutten, Liliane Tielemans, Patrick Bosmans, Stefanie Engelen, Nico Engelen, Willy Bosmans
Stemmen tegen 2
Raf Weltens, Farid Van Geldorp
Onthoudingen 2
Michel Moreels, Annie Walthéry
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2020_GR_00028 - Gemeentebelasting: belasting op bedrijfsvestigingen, aanslagjaren 2020 tot en met 2025 - Vaststelling 2020_GR_00028 - Gemeentebelasting: belasting op bedrijfsvestigingen, aanslagjaren 2020 tot en met 2025 - Vaststelling

Motivering

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente.

De spreiding van de belastingdruk wordt beoogd over alle economische actoren  op het grondgebied van de gemeente.

De gelijkheid tussen economische actoren met maatschappelijke zetel of zetel van bestuur binnen of buiten Ham moet gerespecteerd worden.

De beschikbare ruimte is schaars en moet optimaal benut worden.

Door hun aanwezigheid en de ontplooiing van hun activiteit maken bedrijven gebruik van de faciliteiten van en bekostigd door de gemeente.

Deze belasting is gebaseerd op een objectieve en meetbare grondslag, namelijk de oppervlakte die de economische actoren gebruiken of ter beschikking hebben.

Agrarische vestigingen en openluchtrecreatieve vestigingen hebben nood aan een grotere oppervlakte.

Grondeigenaars van bossen, indien niet aangewend voor de bosbouw, bezitten vaak grotere oppervlaktes die minder rendabel zijn.

Bijberoepers kunnen zich niet ten volle bezighouden met hun zelfstandige activiteit.

De activiteiten van de VZW's zijn beperkter dan deze van de zelfstandigen, vrije beroepers en vennootschappen.

Een eenvoudige tariefstructuur draagt bij tot een vlotte en correcte afhandeling van de fiscale aangiftes.

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de grondwet

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §2 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §2 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting vast te stellen op de bedrijfsvestigingen actief op het grondgebied van de gemeente Ham.

De bedrijfsvestiging van een belastingplichtige bestaat uit :

-      elk gedeelte van een onroerend goed of geheel van onroerende goederen en waarbij de geografische spreiding onbelangrijk is,  en dat bestemd is of benut wordt ten behoeve van de exploitatie van een nijverheids-, landbouw-, tuinbouw- of handelsbedrijf of een andere activiteit, inclusief het beheer van roerende en/of onroerende goederen (vastgoedvennootschappen, patrimoniumvennootschappen,…), of ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep of een andere zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit, in hoofd- of bijberoep;

Als exploitatie worden ook  beschouwd:

-      elke vorm van actieve of passieve benuttiging van een onroerend goed zoals bedrijfsterreinen, bedrijfsgebouwen, handelsruimtes en ook inclusief doch niet exhaustief onder meer het benutten  als toegangsweg, parking, plantsoen, bos, gras- of groenstrook, bufferstrook,  laad- of losplaats, in gebruik zijnde of niet afgewerkte stortplaatsen en/of slibbekkens en braakliggende terreinen.

-      elke onroerende eigendom gelegen in de gemeente Ham en in bezit van een bedrijfsvestiging wordt geacht in exploitatie te zijn, waarbij de normale en gebruikelijke activiteit bepalend is voor de vaststelling van het tarief.

Als agrarische bedrijfsvestiging wordt beschouwd:

-      een bedrijfsvestiging waarvan de werkzaamheden hoofdzakelijk bestaan uit landbouw en/of tuinbouw;

Als landbouw en tuinbouw wordt beschouwd:

-      landbouw: een zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt;

-      tuinbouw: een zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit gericht op groenteteelt, fruitteelt, boomkwekerij andere dan bosboomkwekerij, sierteelt, kweek van tuinbouwzaden, plantgoed en/of aanverwante teelten, met het oog op een geregelde verkoop;

Als recreatieve bedrijfsvestiging wordt beschouwd:

-     een bedrijfsvestiging waarvan de werkzaamheden hoofdzakelijk bestaan uit het exploiteren van
onder meer kampeerterreinen, andere recreatieve accommodaties van toeristische aard, sportinstallaties, maneges, dieren- en botanische tuinen, parken, markten, openluchtmusea en natuur- en wildreservaten en het loutere bezit van bossen (zonder exploitatie als bosbouw)

Een bijberoep is een beroepsactiviteit als zelfstandige die gelijktijdig wordt uitgevoerd met een andere beroepsactiviteit die men gewoonlijk en hoofdzakelijk uitoefent of indien men gelijktijdig een loonvervangend inkomen geniet;

Artikel 2

Tarief van de belasting :

A. voor bedrijfsvestigingen (andere dan agrarische en recreatieve) bedraagt de belasting 0,28 EUR per m² grondoppervlakte met een minimum van 150 EUR, met uitzondering voor de categorieën bijberoepers en VZW’s.

Het tarief voor de bijberoepers bedraagt forfaitair 100 EUR.

Het tarief voor VZW’s bedraagt forfaitair 100 EUR. 

B. voor agrarische bedrijfsvestigingen bedraagt de belasting 10 EUR per hectare met een minimum van 100 EUR. 

C. voor recreatieve bedrijfsvestigingen bedraagt de forfaitaire belasting 500 EUR.

Artikel 3

De belastingplichtigen zijn de natuurlijke personen, ongeacht hun woonplaats of de rechtspersonen, ongeacht waar hun zetel gevestigd is, die op 1 januari (met uitzondering van de agrarische bedrijfsvestigingen) van het aanslagjaar een bedrijfsvestiging exploiteert, en/of een vrij beroep of een andere zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit of andere activiteit uitoefent.

Voor agrarische bedrijfsvestigingen is de toestand op 21 april van het aanslagjaar van toepassing

De belastingplichtigen worden uniek geïndentificeerd via hun ondernemingsnummer.  Elk ondernemingsnummer is bijgevolg een aparte bedrijfsvestiging.

In geval van erfpacht, recht van opstal of  vruchtgebruik zal de belasting verschuldigd zijn door de erfpachthouder, de opstalhouder of de vruchtgebruiker.

In geval van concessie of handelshuur zal de belasting verschuldigd zijn door de concessiehouder of de huurder.

Bij pacht is de belasting verschuldigd door de pachter.

Een maatschappelijke zetel of zetel van bestuur, beheer of administratie gelegen in de gemeente Ham wordt in ieder geval beschouwd als een belastingplichtige.

Een onderneming met maatschappelijke zetel buiten de gemeente Ham die gronden en/of gebouwen gelegen in de gemeente Ham bedrijfsmatig exploiteert of in eigendom heeft valt onder de begripsomschrijving.

Alle agrarische bedrijfsvestigingen met een maatschappelijke zetel buiten de gemeente Ham, die gronden gelegen in de gemeente Ham bewerken of in eigendom hebben vallen onder de begripsomschrijving.

Worden in het bijzonder aanzien als belastingplichtigen de natuurlijke personen of rechtspersonen conform artikel 2, eerste lid met maatschappelijke zetel of zetel van bestuur buiten de gemeente Ham en die onroerende goederen exploiteren, in eigendom hebben of bezitten.  Hieronder zijn zeker begrepen de patrimoniumvennootschappen, ongeacht waar hun maatschappelijke zetel of zetel van bestuur zich bevindt, en dit onroerende goederen in de gemeente Ham exploiteren, in eigendom hebben of bezitten.

Artikel 4

De belasting is ineens en voor heel het jaar verschuldigd voor de op 1 januari (alle bedrijfsvestigingen met uitzonering van de agrarische bedrijfsvestigingen waarbij 21 april geldt) van het aanslagjaar  in exploitatie zijnde bedrijfsvestiging gelegen op het grondgebied van de gemeente Ham.

 De stopzetting of vermindering van de werkzaamheden in de loop van het aanslagjaar, of de vermindering van de belastbare oppervlakte in dit jaar, geven geen aanleiding tot belastingvermindering.

De belasting wordt gevestigd per afzonderlijke bedrijfsvestiging, op basis van de totale bebouwde en/of onbebouwde oppervlakte, ongeacht de kadastrale indeling.

Tot de oppervlakte van de bedrijfsvestiging behoren alle bebouwde en onbebouwde oppervlakten die voor de activiteiten zijn bestemd, worden benut, worden geëxploiteerd. 

Ook alle bebouwde en onbebouwde oppervlakten die op elk ogenblik kunnen worden geëxploiteerd of die tot exploitatie worden voorbehouden behoren tot de oppervlakte van de bedrijfsvestiging.

Louter ter verduidelijking en zonder exhaustief te zijn gaat het ook om de onbebouwde gronden die al dan niet palen aan de bebouwde oppervlakten en die een bestemming kregen of kunnen krijgen voor de bedrijvigheid van de belastingplichtige en/of hiermee een functionele band hebben zoals kantoren, werkplaatsen, opslagplaatsen, magazijnen, toonzalen, winkelruimten, stortplaatsen, slibbekkens, handelsruimten, kabinetten, terreinen (inclusief de oppervlakte van de groene zones, braakliggende terreinen en buffers), parkings, toegangswegen, laad- en loskades, bossen, landbouwgronden, grondoverschotten en reserves ongeacht de kadastrale ligging en geografische spreiding..

Indien op eenzelfde goed meerdere belastingplichtigen een vestiging hebben wordt de belasting voor elke belastingplichtige vastgesteld op basis van de door hem/haar gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. De parkeergelegenheden en onbebouwde gronden die gemeenschappelijk door meerdere bedrijfsvestigingen gebruikt worden of ter beschikking zijn, worden in hoofde van elke bedrijfsvestiging in aanmerking genomen pro rata van de door hem/haar individueel gebruikte of ter beschikking zijnde gebouwde en onbebouwde oppervlakten.

Indien de vestiging zich uitstrekt op het grondgebied van verschillende gemeenten dan treft de belasting enkel het gedeelte gelegen op het grondgebied van de gemeente Ham.

Een gedeelte van een vierkante meter wordt als een volledige vierkante meter beschouwd.

Een gedeelte van een hectare wordt als een volledige hectare beschouwd.

Artikel 5

Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of zolang de vereffening van een

vennootschap niet is afgesloten blijft de hoedanigheid van belastingplichtige bestaan. De hoedanigheid van belastingplichtige gaat slechts verloren wanneer de in artikel 1 opgesomde activiteiten met inbegrip van eventuele vereffeningactiviteiten, zijn stopgezet.

Artikel 6

De exploitant van een bedrijfsvestiging moet binnen de maand de stopzetting of het starten van een nieuw bedrijf meedelen aan het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 7

Vrijgesteld:

De staat, de provincie, de gemeenten, de gewesten en gemeenschappen

De gebouwen  die vallen onder de belasting ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

De verenigingen voor mede-eigenaars worden vrijgesteld van deze belasting omdat de verenigingen voor mede-eigenaars een doorgeefluik zijn waarbij de belasting finaal wordt aangerekend aan de niet-belastbare particulieren en/of aan de wel reeds belaste bedrijfsvestigingen.

Artikel 8

Aangifteplicht:

De belastingplichtige is ertoe gehouden jaarlijks het aangifteformulier in te dienen bij het gemeentebestuur binnen de termijn vermeld op het aangifteformulier.

Aan de belastingplichtige kan een voorstel van aangifte gedaan worden. Als de gegevens op dit voorstel onjuist of onvolledig zijn of niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari of 21 april (bij agrarische bedrijfsvestigingen)  van het aanslagjaar moet de belastingplichtige ten laatste binnen de termijn vermeld op dit voorstel, het voorstel verbeterd en vervolledigd terugsturen. 

Het tijdig teruggezonden en gecorrigeerde of aangevulde voorstel tot aangifte, geldt in dit geval als aangifte.  Als de gegevens op dit voorstel overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari of 21 april (bij agrarische bedrijfsvestigingen) van het aanslagjaar dan is de belastingplichtige niet verplicht om dit formulier terug te sturen binnen de termijn vermeld op het voorstel.

De aangiftes van de bijberoepers moeten aangevuld worden met een onomstotelijk bewijs dat ze genieten van een loon of loonvervangend inkomen op 1 januari van het aanslagjaar.

Wie geen aangifteformulier ontving moet het document afhalen of aanvragen bij de administratie en dit ten laatste voor 31 december van het aanslagjaar.

Artikel 9

Ambtshalve inkohiering:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve inkohiering van belastingsaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de provinciale of gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijenen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van 3 jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar.

Deze termijn wordt met 2 jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambtshalve ingekohierde belasting kan  verhoogd worden met 25 %  bij een eerste inbreuk, met 50% bij een tweede inbreuk, met 75% bij de derde inbreuk en met 100% bij alle volgende inbreuken. 

Deze verhoging wordt ingekohierd.

Artikel 10

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 11

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door beëdigde ambtenaren, die aangesteld worden door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 12

Bij laattijdige betaling worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidintresten inzake rijksinkomstenbelastingen, overeenkomstig artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008.

Artikel 13

De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na toezending van het aanslagbiljet.

Artikel 14

Bij weigering om mee te werken aan een fiscale controle of weigering om boeken of bescheiden voor te leggen wordt een administratieve boete van 250,00 euro opgelegd

Artikel 15

Bezwaren tegen deze belasting kunnen ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen.  Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.

De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

De hoorzitting moet niet meer verplicht voor elk bezwaar worden georganiseerd, maar enkel indien de belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) er uitdrukkelijk om gevraagd heeft bij het indienen van zijn bezwaar.

Artikel 16

De gemeente voegt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toe als bijlage bij het aanslagbiljet.

Artikel 17

Het belastingreglement zal bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286§1,1° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Artikel 18

Het belastingreglement treedt in werking op 01.01.2020.

Artikel 19

Afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan :

-          dienst infrastructuur

-          de financieel directeur