Terug
Gepubliceerd op 24/09/2021

2021_GR_00102 - Gemeentebelasting: belasting op bedrijfsvestigingen, aanslagjaren 2021 tot en met 2025 - Vaststelling

Gemeenteraad
do 02/09/2021 - 20:00 raadzaal gemeentehuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Walter Peelmans, raadslid; Marc Heselmans, burgemeester; Filip Wellens, raadslid; Julien Gielen, raadslid; Hilde Aegten, schepen; Debra Sevindik, raadslid; Paul Nies, raadslid; Robert Vandezande, schepen; Debbie De Bruyn, raadslid; Leopold Rutten, raadslid; Liliane Tielemans, raadslid; Raf Weltens, raadslid; Farid Van Geldorp, raadslid; Michel Moreels, raadslid; Patrick Bosmans, schepen; Stefanie Engelen, schepen; Nico Engelen, schepen; Samia Chekimi, raadslid; Patrick Raeymaekers, raadslid; Kenny Placin, raadslid; Petrus Hendriks; Erik Accou, algemeen directeur

Afwezig

Annie Walthéry, raadslid; Bart Vrancken, adjunct algemeen directeur

Secretaris

Erik Accou, algemeen directeur

Voorzitter

Walter Peelmans, raadslid

Stemming op het agendapunt

2021_GR_00102 - Gemeentebelasting: belasting op bedrijfsvestigingen, aanslagjaren 2021 tot en met 2025 - Vaststelling
Goedgekeurd

Aanwezig

Walter Peelmans, Marc Heselmans, Filip Wellens, Julien Gielen, Hilde Aegten, Debra Sevindik, Paul Nies, Robert Vandezande, Debbie De Bruyn, Leopold Rutten, Liliane Tielemans, Raf Weltens, Farid Van Geldorp, Michel Moreels, Patrick Bosmans, Stefanie Engelen, Nico Engelen, Samia Chekimi, Patrick Raeymaekers, Kenny Placin, Petrus Hendriks, Erik Accou
Stemmen voor 16
Patrick Bosmans, Stefanie Engelen, Nico Engelen, Walter Peelmans, Kenny Placin, Marc Heselmans, Hilde Aegten, Filip Wellens, Samia Chekimi, Patrick Raeymaekers, Petrus Hendriks, Robert Vandezande, Debbie De Bruyn, Leopold Rutten, Liliane Tielemans, Michel Moreels
Stemmen tegen 4
Julien Gielen, Debra Sevindik, Raf Weltens, Farid Van Geldorp
Onthoudingen 1
Paul Nies
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2021_GR_00102 - Gemeentebelasting: belasting op bedrijfsvestigingen, aanslagjaren 2021 tot en met 2025 - Vaststelling 2021_GR_00102 - Gemeentebelasting: belasting op bedrijfsvestigingen, aanslagjaren 2021 tot en met 2025 - Vaststelling

Motivering

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente.

De spreiding van de belastingdruk wordt beoogd over alle economische actoren  op het grondgebied van de gemeente.

De gelijkheid tussen economische actoren met maatschappelijke zetel of zetel van bestuur binnen of buiten Ham moet gerespecteerd worden.

De beschikbare ruimte is schaars en moet optimaal benut worden.

Door hun aanwezigheid en de ontplooiing van hun activiteit maken bedrijven mogelijks gebruik van de faciliteiten van en bekostigd door de gemeente.

Deze belasting is gebaseerd op een objectieve en meetbare grondslag, namelijk de oppervlakte die de economische actoren gebruiken of ter beschikking hebben.

Agrarische vestigingen en openluchtrecreatieve vestigingen hebben nood aan een grotere oppervlakte.

Grondeigenaars van bossen, indien niet aangewend voor de bosbouw, bezitten vaak grotere oppervlaktes die minder rendabel zijn.

Bijberoepers kunnen zich niet ten volle bezighouden met hun zelfstandige activiteit.

De activiteiten van de VZW's zijn beperkter dan deze van de zelfstandigen, vrije beroepers en vennootschappen.

Sommige bedrijfsvestigingen (ondernemingsnummers) worden door de overheid in het leven geroepen om zaken te regelen zonder dat deze extra economische activiteit genereren.

Een eenvoudige tariefstructuur draagt bij tot een vlotte en correcte afhandeling van de fiscale aangiftes.

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de grondwet

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §2 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §2 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 wordt een gemeentebelasting vastgesteld op de bedrijfsvestigingen actief op het grondgebied van de gemeente Ham.

De bedrijfsvestiging wordt als volgt beschreven en wordt opgedeeld in enkele categorieën :

Elke bedrijfsvestiging wordt gekenmerkt en onderscheiden van elkaar door haar uniek ondernemingsnummer zoals weergegeven in de kruispuntenbank van ondernemingen.  

Elke bedrijfsvestiging met haar maatschappelijke zetel in Ham of met een vestigingseenheid in Ham volgens de kruispuntenbank van ondernemingen is belastbaar.

Voor de agrarische bedrijfsvestigingen (definitie zie verder) worden ook de bedrijfsvestigingen (ondernemingsnummers) toegevoegd op basis van de gegevens aangeleverd door het Departement Landbouw & Visserij waarbij de toestand "bewerker" en niet de toestand "loutere bemester" belast zullen worden.

Voor de patrimoniumvennootschappen, de ontwikkelings- en vastgoedmaatschappijen worden ook de bedrijfsvestigingen (ondernemingsnummers) toegevoegd op basis van de eigendomsgegevens aangeleverd door het kadaster per 1 januari van het aanslagjaar.

De lijst van bedrijfsvestigingen (ondernemingsnummers)  wordt  verder verrijkt door onderzoek van de gemeentelijke administratie door de beëdigde ambtenaren aangesteld door het college van burgemeester en schepenen.

Kortom alle economische actoren (bedrijfsvestigingen - ondernemingsnummers) actief op het grondgebied van de gemeente Ham vallen onder het reglement en worden belast conform de tarieven in artikel 2 en dit op basis van de objectieve parameter zijnde de grondoppervlakte.

De grondoppervlaktes van de bedrijfsvestigingen omvatten alle onroerende goederen (deels of geheel, bebouwd of onbebouwd) waarbij de geografische spreiding (binnen de gemeente Ham) onbelangrijk is en bestaat zonder exhaustief te zijn uit de bedrijfsterreinen, de bedrijfsgebouwen, de  conciërgewoningen, de handelsruimtes, de kantoren, de werkplaatsen, de opslagplaatsen, de magazijnen, de toonzalen, de winkelruimten, de kabinetten, de toegangswegen, de parkings, de gras- en groenstroken, de bufferstroken, de laad- en losplaatsen, de al dan niet ingebruik zijnde stortplaatsen en slibbekkens, de braakliggende terreinen, de kijkwoningen, de woningen, de appartementen, de percelen gebruikt voor akkerbouw, weidebouw, bosbouw of veeteelt, de percelen gebruikt voor de tuinbouw (groenteteelt, fruitteelt, sierteelt, boomkwekerij, plantgoed, kweek van tuinbouwzaden),de  markten, de parken, de openluchtmusea, de andere accommodaties van toeristische aard, de bossen (niet gebruikt voor bosbouw), de grondoverschotten, ....

Ook de onroerende goederen in bouwfase en de onroerende goederen die louter tot latere exploitatie worden voorbehouden behoren tot de omvang van de grondoppervlaktes van de bedrijfsvestiging.

Hierbij is de kadastrale ligging (binnen Ham) niet relevant.

De bedrijfsvestigingen worden onderverdeeld in 3 categorieën :

Categorie 1  : Als agrarische bedrijfsvestiging worden beschouwd:

-      een bedrijfsvestiging waarvan de werkzaamheden hoofdzakelijk bestaan uit landbouw en/of tuinbouw;

Als landbouw en tuinbouw wordt beschouwd:

-      landbouw: een zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt;

-      tuinbouw: een zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit gericht op groenteteelt, fruitteelt, boomkwekerij andere dan bosboomkwekerij, sierteelt, kweek van tuinbouwzaden,     plantgoed en/of aanverwante teelten, met het oog op een geregelde verkoop;

Categorie 2 : Als recreatieve bedrijfsvestiging worden  beschouwd:

-     een bedrijfsvestiging waarvan de werkzaamheden hoofdzakelijk bestaan uit het exploiteren van
    onder meer kampeerterreinen, andere recreatieve accommodaties van toeristische aard, sportinstallaties, maneges, dieren- en botanische tuinen, parken, markten,     openluchtmusea en natuur- en wildreservaten en het loutere bezit van bossen (zonder exploitatie als bosbouw)

Categorie 3 : Als andere bedrijfsvestiging worden beschouwd 

-     de bedrijfsvestigingen die niet vallen onder de agrarische of recreatieve bedrijfsvestigingen.  Het gaat hierbij dan om bedrijfsvestigingen met een zelfstandige activiteit, een vrij         beroep, een nijverheidsactiviteit, een bouwactiviteit, of gelijk welke andere activiteit.

-     ook de patrimoniumvennootschappen, vastgoedvennootschappen, projectontwikkelaars en vastgoedontwikkelaars vallen onder deze categorie.

-     deze activiteit kan uitgevoerd worden in hoofd- of bijberoep waarbij een bijberoep als volgt kan gedefinieerd worden :

        Een bijberoep is een beroepsactiviteit als zelfstandige die gelijktijdig wordt uitgevoerd met een andere beroepsactiviteit die men gewoonlijk en hoofdzakelijk uitoefent of indien         men gelijktijdig een loonvervangend inkomen geniet. Een vennootschap fungeert daarom nooit als bijberoep.

Indien een bedrijfsvestiging verschillende activiteiten uitoefent is het mogelijk dat ze behoren tot meerdere categorieën.  


Artikel 2

Tarief van de belasting :

A. voor bedrijfsvestigingen (andere dan agrarische en recreatieve) bedraagt de belasting 0,28 EUR per m² grondoppervlakte met een minimum van 150 EUR, met uitzondering voor de subcategorieën bijberoepers en VZW’s.

Het tarief voor de bijberoepers bedraagt forfaitair 100 EUR.  Dit tarief kan niet toegepast worden voor vennootschappen overeenkomstig artikel 1.

Het tarief voor VZW’s bedraagt forfaitair 100 EUR. 

B. voor agrarische bedrijfsvestigingen bedraagt de belasting 10 EUR per hectare met een minimum van 100 EUR. 

C. voor recreatieve bedrijfsvestigingen bedraagt de forfaitaire belasting 500 EUR.

Artikel 3

De belastingplichtigen zijn de natuurlijke personen, ongeacht hun woonplaats of de rechtspersonen, ongeacht waar hun zetel gevestigd is, die op 1 januari (met uitzondering van de agrarische bedrijfsvestigingen) van het aanslagjaar een bedrijfsvestiging uitmaken op het grondgebied van de gemeente Ham overeenkomstig de bepalingen in artikel 1.

Voor agrarische bedrijfsvestigingen is in afwijking van het vorige lid de toestand "bewerker" voor het aanslagjaar van toepassing zoals aangeleverd door het departement Landbouw en Visserij.

De belastingplichtigen worden uniek geïndentificeerd via hun ondernemingsnummer.  Elk ondernemingsnummer is bijgevolg een aparte bedrijfsvestiging.

In geval van erfpacht, recht van opstal of  vruchtgebruik zal de belasting verschuldigd zijn door de erfpachthouder, de opstalhouder of de vruchtgebruiker.

In geval van concessie of handelshuur zal de belasting verschuldigd zijn door de concessiehouder of de huurder.

Bij pacht is de belasting verschuldigd door de pachter.


Artikel 4

De belasting is ineens en voor heel het jaar verschuldigd  op basis van de toestand op 1 januari van het aanslagjaar behalve bij de agrarische bedrijfsvestigingen waarbij de toestand "bewerker" zoals aangeleverd door het departement Landbouw en Visserij van toepassing is.

De stopzetting of vermindering van de werkzaamheden in de loop van het aanslagjaar, of de vermindering van de belastbare oppervlakte in dit jaar, geven geen aanleiding tot belastingvermindering.

Tot de oppervlakte van de bedrijfsvestiging behoren alle onroerende (deels of geheel, bebouwd of onbebouwd) overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 1.

Indien op eenzelfde goed meerdere belastingplichtigen een bedrijfsvestiging hebben wordt de belasting voor elke belastingplichtige vastgesteld op basis van de door hem/haar gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. De parkeergelegenheden en onbebouwde gronden of andere onroerende eigendommen die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen gebruikt worden of ter beschikking zijn, worden in hoofde van elke belastingplichtige in aanmerking genomen pro rata van de door hem/haar individueel gebruikte of ter beschikking zijnde oppervlakte.

Indien de bedrijfsvestiging zich uitstrekt op het grondgebied van verschillende gemeenten dan treft de belasting enkel het gedeelte gelegen op het grondgebied van de gemeente Ham.

Indien de bedrijfsvestiging meerdere activiteiten uitvoert behorend tot de verschillende categorieën dan zal er een opsplitsing worden gemaakt tussen deze categorieën en ontvangt de belastingplichtige voor elke categorie een apart aanslagbiljet.

Een gedeelte van een vierkante meter wordt niet meegerekend.  De afronding gebeurt dus steeds naar beneden.

Een gedeelte van een hectare wordt niet meegerekend.  De afronding gebeurt dus steeds naar beneden.


Artikel 5

Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of zolang de vereffening van een vennootschap niet is afgesloten blijft de hoedanigheid van belastingplichtige bestaan. De hoedanigheid van belastingplichtige gaat slechts verloren wanneer het ondernemingsnummer definitief is stopgezet in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Artikel 6

De exploitant van een bedrijfsvestiging moet binnen de maand de stopzetting of het starten van een nieuwe bedrijfsvestiging meedelen aan het college van burgemeester en schepenen.  Dit kan eenvoudig via mail naar belastingen@ham.be maar ook op elke andere schriftelijke wijze.

Artikel 7

Vrijgesteld:

De Belgische staat, de provincie, de gemeenten, de gewesten en gemeenschappen

De verenigingen voor mede-eigenaars worden vrijgesteld van deze belasting omdat de verenigingen voor mede-eigenaars een doorgeefluik zijn waarbij de belasting finaal wordt doorgerekend aan de particuliere eigenaars die geen economische activiteit ontplooien In Ham of de aan de bedrijfsmatige eigenaars die reeds belast worden door dit belastingreglement.

De vroegere burgerlijke maatschappen die omgevormd werden tot maatschap-onderneming worden vrijgesteld van deze belasting omdat deze enkel kaderen in de regeling van familiale erfopvolging.

De ondernemingsnummers met als loutere doelstelling het beheer van het persoonsvolgend budget van een gehandicapte worden vrijgesteld van deze belasting.

Verminderingen :

De oppervlakte van de gebouwen waarvoor de belastingplichtige voor hetzelfde aanslagjaar de gemeentelijke belasting op de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimtes verschuldigd is, wordt in mindering gebracht voor de berekening van de verschuldigde belasting in kader van onderhavig belastingreglement.

De oppervlakte van de woningen en gebouwen waarvoor de belastingplichtige voor hetzelfde aanslagjaar de gemeentelijke belasting op de leegstaande woningen of gebouwen verschuldigd is, wordt in mindering gebracht voor de berekening van de verschuldigde belasting in kader van onderhavig belastingreglement.


Artikel 8

Aangifteplicht:

De belastingplichtige is ertoe gehouden jaarlijks het aangifteformulier in te dienen bij het gemeentebestuur binnen de termijn vermeld op het aangifteformulier.

Aan de belastingplichtige kan een voorstel van aangifte gedaan worden. Als de gegevens op dit voorstel onjuist of onvolledig zijn of niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari of de toestand "bewerker" zoals aangeleverd door het departement Landbouw & Visserij (enkel bij agrarische bedrijfsvestigingen) van het aanslagjaar moet de belastingplichtige ten laatste binnen de termijn vermeld op dit voorstel, het voorstel verbeterd en vervolledigd terugsturen. 

Het tijdig teruggezonden en gecorrigeerde of aangevulde voorstel tot aangifte, geldt in dit geval als aangifte.  Als de gegevens op dit voorstel overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari of de toestand "bewerker" zoals aangeleverd door het departement Landbouw & Visserij (enkel bij agrarische bedrijfsvestigingen) van het aanslagjaar dan is de belastingplichtige niet verplicht om dit formulier terug te sturen binnen de termijn vermeld op het voorstel.

De aangiftes van de bijberoepers (enkel mogelijk voor natuurlijke personen) moeten aangevuld worden met een onomstotelijk bewijs dat ze genieten van een loon of loonvervangend inkomen op 1 januari van het aanslagjaar.  Een attest van het sociaal secretariaat met dezelfde bewijskracht op 1 januari van het aanslagjaar volstaat ook.

Wie geen aangifteformulier ontving moet het document afhalen of aanvragen bij de administratie (eventueel via belastingen@ham.be)  en dit ten laatste voor 31 december van het aanslagjaar.

Artikel 9

Ambtshalve inkohiering:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 8 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve inkohiering van belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijn.

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van 3 jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar.

Deze termijn wordt met 2 jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambtshalve ingekohierde belasting kan  verhoogd worden met 25 %  bij een eerste inbreuk, met 50% bij een tweede inbreuk, met 75% bij de derde inbreuk en met 100% bij alle volgende inbreuken. 

Deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Artikel 10

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 11

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door beëdigde ambtenaren, die aangesteld worden door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 12

Bij laattijdige betaling worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidintresten inzake rijksinkomstenbelastingen, overeenkomstig artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008.

Artikel 13

De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na toezending van het aanslagbiljet.

Artikel 14

Bij weigering om mee te werken aan een fiscale controle of weigering om boeken of bescheiden voor te leggen wordt een administratieve boete van 250,00 euro opgelegd

Artikel 15

Bezwaren tegen deze belasting kunnen ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen.  Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.

De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

De hoorzitting moet niet meer verplicht voor elk bezwaar worden georganiseerd, maar enkel indien de belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) er uitdrukkelijk om gevraagd heeft bij het indienen van zijn bezwaar.

Artikel 16

De gemeente voegt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toe als bijlage bij het aanslagbiljet.

Artikel 17

Het belastingreglement zal bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286§1,1° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Artikel 18

Het belastingreglement treedt in werking conform de bepalingen van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen)

Artikel 19

Afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan :

-          dienst infrastructuur

-          de financieel directeur

Artikel 20

Het reglement belasting op bedrijfsvestigingen aanslagjaren 2020 tot en 2025 vastgesteld in zitting van 4 juni 2020 is niet meer van toepassing voor de jaren 2021 tot en met 2025 en is dus enkel geldig voor aanslagjaar 2020.